‘Toen Dina wakker werd was ze vergeten dat ze zwanger was’. Met deze opmerkelijke openingszin begint Oek de Jong zijn ‘Pier en Oceaan’. Hij heeft er een handje van om zijn romans krachtig te beginnen, zijn eerdere boek ‘Hokwerdas kind’ gaat ook zo veelzeggend van start.

‘Pier en Oceaan’ bestaat uit vijf delen verdeeld over 2 boeken, waarin telkens een bepaalde periode centraal staat, van 1944 tot en met 1971. In feite vind ik de twee delen teveel van het goede, te dik, bevreesd dat de auteur te wijdlopig wordt. Bij De Jong is dit echter niet het geval. Hij schrijft op een manier die me aanspreekt, twee delen en 800 bladzijden lang heeft hij geboeid.

Bij aanvang is Dina een jonge vrouw , moeder van hoofdpersoon Abel. Abel brengt zijn jeugd door in Friesland in de buurt van zijn grootouders maar door de ambities van zijn vader Lieuwes vertrekt het gezin naar Zeeland. Het grootste gedeelte van de roman speelt zich af op Zuid-Beveland. De jong beschrijft het landschap sfeervol en tot in detail, hij kan dat als geen ander.
Als lezer volg je het leven van Abel tot hij negentien jaar is, hij weekt zich los van zijn ouders en kerkelijke opvoeding en gaat zijn eigen gang. De grotere wereld in.