DE POOL
Het begin van het boek is mysterieus. ‘De vrouw is de eerste met wie hij moeite heeft, al spoedig gevolgd door de man’, luidt de eerste zin. Wie is de -hij- in deze zin en kan dit een boeiend verhaal worden, vroeg ik me af.
De vrouw blijkt Beatriz te heten, ze organiseert concertavonden in Barcelona, is een keurige vrouw van middelbare leeftijd en gastvrouw van de musici die zullen optreden. Zo ontmoet ze de Pool, Witold met de onuitspreekbare achternaam. Hij is een oudere man met lange grijze haren, een vurig Chopinvertolker en afkomstig uit Polen.
Beatriz gaat na afloop van het concert met hem dineren en begeleidt hem naar zijn hotel. Hij is die avond verliefd op haar te zijn geworden. Een eenzijdige verliefdheid overigens ook al bloeit ze op onder zijn aandacht en geniet ze van de ernst waarmee hij naar haar luistert.
Uiteindelijk verbreekt ze het contact. Als ze later hoort dat hij is gestorven en haar een doos documenten heeft nagelaten, reist ze naar ziijn huis in Warchau.
Het originele omslag van het boek met een afbeelding uit 1896 van Félix Vallotton en de roem van de auteur hebben mij geïnspireerd om deze ongewone liefdesgeschiedenis te gaan lezen. Inclusief de lastige beginzin waarin de verteller zich presenteert.
Wat een groot plezier heb ik beleefd aan het verhaal van Coetzee, dat sprankelt en verrast en waarbij deze eminent grise nogmaals zijn frisheid toont.