DE MENSENZOON
Als na zes jaar afwezigheid de vader van de negenjarige jongen voor de deur staat, is dat slecht nieuws. De jongen woont met zijn moeder in een arbeidershuisje, ze hebben het goed samen. De terugkeer van de vader verandert alles.
Hij neemt moeder en kind mee naar een bouwvallige boerderij in onherbergzaam gebied ver weg van de bewoonde wereld.
Het huis is stil, vijandig en koud, het regime is streng.
Del Amo duidt zijn personages aan als het kind of de zoon en de moeder en de vader. De prachtige natuurbeschrijvingen wisselt hij af met de dreigende situatie waarin moeder en zoon verkeren.
'De mensenzoon' is een beklemmend en gruwelijk verhaal dat ook prachtig is door de vele beschrijvingen van de woeste natuur.
Het boek opent met een proloog over een groep jagers en verzamelaars uit de steentijd, een vooruitwijzing naar het verhaal dat volgt.