Op de omslag van de roman ‘Zwarte schuur’ van Oek de Jong staat een portret van een man met een schetsboek onder zijn arm. Het doek is geschilderd door René Daniëls. Een toepasselijk beeld omdat de Jong met verve het leven van een kunstschilder beschrijft: Maris Coppoolse. Een kunstenaar van medio vijftig, succesvol en een graag geziene gast.
Vlak na zijn vernissage in het Stedelijk Museum in Amsterdam onthult de plaatselijke krant dat hij in zijn jeugd betrokken is geweest bij een ernstig vergrijp/misdrijf. Een onthulling die hem diep raakt.
Maris heeft al die jaren over deze jeugdzonde gezwegen. Hij dacht dat hij de kwestie kon vergeten. Niets blijkt minder waar.
De vraag die boven het verhaal hangt is: kan de fout uit zijn jeugd genoeg reden zijn om hem nu, als kunstenaar en echtgenoot te veroordelen?
Winnaar Boekenbonliteratuurprijs 2020.