Verdriet is het ding met veren
JONGENS.
Er ligt een veer op mijn kussen.
Kussens zijn gemaakt van veren, ga slapen.
Een grote, zwarte veer.
Kom maar bij mij in bed.
Er ligt ook een veer op jouw kussen.
Weet je wat? We laten de veren liggen waar ze liggen en slapen op de grond.
Het lijkt wel poëzie, deze eerste zinnen van het verhaal ‘Verdriet is het ding met veren’, het debuut van Max Porter. Een gedicht over het rouwproces van een vader en twee jonge kinderen na de dood van hun echtgenote en moeder.
De zwarte veren zijn van Kraai, de gast die bij hun drieën intrekt en die zich brutaal en aanmatigend gedraagt. Maar Kraai is ook geestig, troostrijk en zeer liefdevol voor de rouwende vader en zijn zonen. Ik vond hem de meest sympathieke en originele kraai, die ik ooit heb leren kennen.
Na maanden en jaren wordt er steeds minder naar Kraai geluisterd. Hij weet dat de tijd is aangebroken dat hij hen gaat verlaten. Aan het einde van het boek zegt Kraai dan ook: “Ik ben klaar, ik kan opkrassen”.
Zijn schaduw blijft achter als zwarte tekening op de voorkant van het boek. Prachtig.