ONBEPAALD DOOR HET LOT
De Hongaarse schrijver Imre Kertész (Boedapest, 9 november 1929 – 31 maart 2016) schrijft in al zijn boeken over de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog.
Anders dan voor de auteurs Elie Wiesel , Chaim Potok of Primo Levie is de oorlog voor Kertész met de vernietigingskampen geen blind toeval maar toont het de waarheid over het gedrag van de mens in dergelijke afschuwelijke omstandigheden.
Die visie is terug te vinden in het boek 'Onbepaald door het lot' (1975) waarin hij de belevenissen beschrijft van de vijftienjarige jongen Gyurka, die uit Boedapest wordt weggevoerd en wordt vastgehouden in de kampen van Auschwitz, Buchenwald en Zeitz. De eerste zin klinkt nog erg onschuldig.
Aan het einde zegt Gyurka dat hij naast alle tragiek ook geluksmomenten in de kampen heeft gekend en dat hij juist aan die momenten de meeste herinneringen bewaart. Het is de naieve houding zonder bitternis en wrok waardoor Gyurka overleeft.
Het duurde vijftien jaar voordat Kertesz voor dit debuut een bereidwillige uitgegever vond. De meeste uitgevers vonden het een onnozel verhaal.
Kertész ontving in 2002 de Nobelprijs voor Literatuur voor zijn gehele oeuvre.