GELUKZALIGE JAREN VAN TUCHT
De hoofdpersoon uit ‘De gelukzalige jaren van tucht’ van de Zwitsers-Italiaanse auteur Fleur Jaeggy kijkt terug op haar jeugd op een Zwitserse meisjeskostschool, hoog in de bergen.
Het waren gesloten jaren, waarin wrok en liefdeloosheid regeren en waar regels en verboden golden. Privacy was er nauwelijks.
Het waren ook gelukkige jaren, omdat de ik-figuur er het nieuwe meisje Frédérique ontmoette met wie zij innig bevriend raakte.
Het boek verscheen in Nederland voor het eerst in 1990, dit jaar is het zeer terecht, in een nieuwe vertaling en een fraaie vormgeving, opnieuw uitgebracht door uitgever Koppernik. Op het omslag is een schilderij van de Deense schilder Vilhelm Hammershøi te zien, in een bijna lege kamer staat een mysterieuze vrouw op de rug afgebeeld, zijn muze, zijn vrouw Ida. Prachtig schilderij van een schilder die ik erg bewonder.
De ik-persoon in het verhaal geeft als volwassene commentaar op haar herinneringen aan de kostschooljaren in Appenzell. Ze gebruikt hiervoor een medogenloze stijl, hard en zonder emoties.
Het boek toont wrang de enorme impack van het kostschoolleven op het kind en op de latere volwassene. Het is gering qua omvang, het telt slechts honderd bladzijden maar de zeggingskracht is zoveel meer.