KAPPERSZOON
Simon is kapper, hij heeft een kapperswinkel in de Jordaan in Amsterdam. Ooit is de zaak van zijn grootvader geweest, zijn vader heeft hij nooit gekend. Het klantenbestand bestaat uit een handjevol mannen, genoeg want met mensen omgaan vindt hij maar lastig. Op zaterdag helpt hij zijn moeder met het geven van zwemles aan een groepje jongeren met een beperking.
Simon kent zijn vader alleen van een paar foto’s, hij verdween toen zijn moeder zwanger van hem was. Hij is op een dag in maart 1977 zomaar op het vliegtuig naar Tenerife gestapt, het vliegtuig dat de ramp op het vliegveld in Tenerife heeft meegemaakt, een gebeurtenis in de geschiedenis die ik allang was vergeten.
Simon wil weten wie zijn vader is, waarom hij nooit is geïdentificeerd. Hij graaft zich in in de geschiedenis van de vliegramp.
Het is die zoektocht die het boek avontuurlijk en ontroerend maakt. Gerbrand Bakker vertelt nuchter maar zeer betrokken over de ramp en over de gevolgen voor de vader en het thuisfront in Amsterdam.
De stijl van dit verhaal ‘De kapperszoon’ doet me denken naar zijn eerste boek, het net zo fascinerende ‘Boven is het stil’. Ook daarin is de introverte zoon ‘op zoek’ naar zijn vader en leeft hij als stugge homo een eenzelvig leven.
Het verhaal over het leven van de vader dat Bakker bewaard heeft voor het einde van het boek is verrassend en zorgt voor een open einde van het boek. Het omslag met de donkere hondenkop heeft betrekking op het leven van de vader, de man, die Simon niet kent. Lof voor Bakker.